Er was eens, lang geleden, in Japan (en ik denk dat het een waargebeurd verhaal is) een man die Jiroemon heette. Hij was een eenvoudige man, een boer, een arbeider. Hij was lid van Jōdo Shinshū. Dit is een tak van het zuiverlandboeddhisme die de leer van Shinran, een discipel van Honen, volgt.

In de Jōdo Shinshū tak van het zuiverlandboeddhisme is het heel gewoon om de nembutsu te zeggen in de vorm van Na-Man-Da:

♪♪♪ Na-Man-Da, Na-Man-Da, Na-Man-Da. Zoals dat.

Jiroemon placht de nembutsu te zeggen bij alle gelegenheden, en vaak gewoon als hij aan het werk was of als hij langs liep... "♪♪♪ Na-Man-Da, Na-Man-Da, Na-Man-Da".

In die tijd was Japan een feodale samenleving en de heersende klasse waren de samoerai. Dus, de samoerai waren de bazen, en Jiroemon werkte voor een bepaalde samoerai. Samoerai konden bevelen geven in overeenstemming met wat ze op dat moment wilden, en ze hadden een absolute macht over het gewone volk.

Elke samoerai had zijn zwaard, en de zwaarden werden zeer vereerd als bijna heilige voorwerpen. Een zeer scherp, verschrikkelijk ding, het samoerai-zwaard. Het kon je vrij gemakkelijk doormidden snijden.

Dus, Jiroemon deed zijn werk... "♪♪♪ Na-Man-Da, Na-Man-Da, Na-Man-Da" ... en het feit dat hij de hele tijd de nembutsu zei was erg irritant voor de samoerai die zijn baas was.

"Stop daarmee!" zei de samoerai.

Maar Jiroemon ging door... "♪♪♪ Na-Man-Da, Na-Man-Da, Na-Man-Da."

De samoerai werd erg geïrriteerd en na een tijdje zei hij..: "Ga maar naar buiten en wacht op mij, dan kom ik je hoofd afhakken."

De samoerai wilde Jiroemon's hoofd niet echt afhakken. Hij dacht, dat als hij deze instructie gaf, de man zou weglopen om zijn leven te redden, en dan zou de samoerai vrij zijn om deze vreselijke dreun van ♪♪♪ Na-Man-Da, Na-Man-Da, Na-Man-Da te horen.

Even later kwam de samoerai op de werf: "Oh! Wat doe je hier?"

"Je zei dat ik hier moest staan en wachten tot je mijn hoofd afhakte... " ♪♪♪ Na-Man-Da, Na-Man-Da, Na-Man-Da."

De samoerai was een beetje verrast. Nou, heel erg verrast. Dus, hij haalde zijn zwaard tevoorschijn en, natuurlijk, dit zou gewoonlijk bij iedereen angst inboezemen; en ik weet zeker, dat als ik een samoerai zijn zwaard zag halen en hij op het punt stond mijn hoofd af te hakken, ik me kan voorstellen, dat het zweet dan wel zou beginnen te stromen. Maar of er nu wel of niet zweet was, Jiroemon stond daar gewoon... "♪♪♪ Na-Man-Da, Na-Man-Da"

De samoerai benaderde hem met het zwaard, en toen had hij een grote crisis, gooide het zwaard neer en was in een emotionele staat.

Ze praatten. Het werd duidelijk, dat de samoerai zelf ooit een beoefenaar van de nembutsu was geweest, maar vanwege zijn slechte manieren - drinken, rokkenjagen, mensen doden, dingen stelen - had hij het opgegeven; en het geluid van Jiroemon die de nembutsu zei, bracht hem natuurlijk terug naar deze meer onschuldige periode van zijn leven. Dit was erg lastig voor hem. De samoerai was bijna in tranen. (Als samoerai) mag je niet huilen.)

Jiroemon en de samoerai omarmden. Vanaf dat moment werden ze goede vrienden, ondanks hun grote verschil in sociale status. Op deze manier had de nembutsu de samoerai terug naar zijn hart gebracht, terug naar het intacte, belangrijke deel van zijn leven.

Jiroemon bleef een arbeider, een werker, en deed zijn plicht, met de hele tijd de woorden

"♪♪♪ Na-Man-Da, Na-Man-Da"

 

Namo Amida Bu    Dank u wel.

Dharmavidya     David

Geplaatst door Tineke Osterloh op 21 september 2020 en vertaald in het Nederlands door Vajrapala

 

 

You need to be a member of David Brazier at La Ville au Roi (Eleusis) to add comments!

Join David Brazier at La Ville au Roi (Eleusis)

Email me when people reply –