Vele jaren geleden was ik in Thailand, in Bangkok, en ik verbleef in een van de grote boeddhistische tempels daar, een Theravada-tempel; toen ik aankwam, merkte ik dat er een groot spandoek op de voorzijde van de tempel was aangebracht, en op dit spandoek stonden de woorden: "Will-Power Instituut".

De tempel had zichzelf duidelijk bestempeld als het 'Will-Power Instituut' en ik vroeg een van de monniken wat dit betekende. Kon hij het me toelichten? Hij gaf me een heel mooie toespraak, die duidelijk goed was ingestudeerd en die hij ongetwijfeld al een aantal keren had gehouden en waarin hij aangaf hoe de Boeddha's te werk gaan en dat ieder van ons het pad alleen moet bewandelen en dat je er moeite voor moet doen, en dat wat je eruit haalt in verhouding staat tot de moeite die je er voor doet.

Ik luisterde en toonde waardering voor zijn uitleg; en toen vroeg ik hem of hij me de tempel kon laten zien, wat hij ook wilde doen; en ik had een leuke rondleiding.

We gingen naar boven en er was een grote zaal. Er stonden rijen op de vloer en ik vroeg waar dit voor was? Hij vertelde me dat het voor loopmeditatie was; en ik dacht, nou ja, dit is heel interessant omdat ik ook loopmeditatie doe, en vroeg of hij me kon uitleggen hoe ze dat doen, enzovoort.

En hij was blij dat hij dat kon doen; en hij liet me de houding en de manier van lopen zien en hoe de handen te houden en de ademhaling en zo verder. En toen zei ik: "En wat gebeurt er in je hoofd als je deze oefening doet?" Hij zei: "Nou, bij elke stap vraag ik de Boeddha om hulp. Bij elke stap zeg ik ‘Boeddha’ en de intentie is dat ik de Boeddha vraag om mij te helpen.

En ik zei: "Nou, dat klinkt een beetje anders dan wat je beneden zei."

En hij gaf me een glimlach en zei: "Ja, nou, de dingen die ik beneden zei, zijn de dingen die worden gewaardeerd door Westerse bezoekers."

En op dit punt had ik een inzicht: Ik zag het verschil tussen het Boeddhisme in het Oosten en het Boeddhisme in het Westen. Mensen in het Oosten, wanneer ze boeddhistisch zijn, nemen hun toevlucht tot de Boeddha, ze hebben vertrouwen in de Boeddha, ze geloven dat de Boeddha hen kan helpen, en hun beoefening is in wezen het openen van hun hart voor de Boeddha, zodat de Boeddha die kostbare ruimte kan betreden en hen bijstand en hulp kan brengen.

Het is dus niet zozeer de nadruk op het doen van een inspanning om iets te bereiken door middel van een technische beoefening, die je moet doen en uitvoeren voor zoveel uren enzovoort. Het is veel meer een vriendelijk geloof, een zachtmoedig vertrouwen dat, als je het vraagt, de Boeddha je te hulp zal komen.

Toen ik voor het eerst startte met het Boeddhisme, was dat heel erg in de Westerse sfeer, en wat ik daarbij leerde heet ‘het Boeddhisme op basis van eigen kracht’. Maar naarmate ik ouder werd en meer ervaring had, en ook naarmate ik Azië bezocht en in aanraking kwam met de wegen van de Boeddhisten in het Verre Oosten, ben ik meer en meer gaan vertrouwen in de hulp die ik van de Boeddha gekregen heb. En dus is mijn praktijk nu eenvoudigweg, in elk ding dat ik doe, of het nu iets groots is of iets heel alledaags, bij elk ding dat ik doe, mijn toevlucht nemen tot de Boeddha, de Boeddha om hulp vragen, en dat te doen door middel van het eenvoudige nembutsu-gebed.

De essentie is, de Boeddha te vragen je te hulp te komen.

Dit is een grote zegen en een grote opluchting geweest en het heeft vrede in mijn hart gebracht; en daarom deel ik het met jullie. Neem je toevlucht tot de Boeddha! Je hoeft niet alles op eigen kracht te doen.

De genade van de Dharma zal tot je komen, als je erom vraagt.

Namo Amida Bu                           Dank u wel.

Dharmavidya                                David

Geplaatst door Tineke Osterloh op 4 september 2020  en vertaald in het Nederlands door Vajrapala

You need to be a member of David Brazier at La Ville au Roi (Eleusis) to add comments!

Join David Brazier at La Ville au Roi (Eleusis)

Email me when people reply –