BOEDDHISME ONT-MODERNISEREN

BOEDDHISTISCH MODERNISME

Men leest tegenwoordig veel over het Boeddhistisch modernisme.  Dit is een beweging die in Zuid- en Zuidoost-Azië begon als verzet tegen het kolonialisme.  Lokale Boeddhisten wilden hun land als "modern" presenteren en injecteerden daarom veel westerse rationalistische voorwaarden in hun cultuur en religie om deze meer in overeenstemming te brengen met de wetenschap die in het Westen dominant werd ten opzichte van de gevestigde monotheïstische religies.  Het werd op den duur zelfs mogelijk om te zeggen dat het Boeddhisme de meest wetenschappelijke religie was, of zelfs dat het helemaal geen religie was, maar eerder een manier van leven, een filosofie en een wetenschap van de geest.

Deze strategie bleek succesvoller dan zelfs de uitvinders ervan hadden gehoopt.  Niet alleen stimuleerde het een verjonging van het boeddhisme in Azië, het leidde er ook toe dat dit nieuwe Boeddhistische modernisme of gemoderniseerde Boeddhisme in het Westen werd geïmporteerd.  Door bewust te spelen met alle voorwaarden van de westerse cultuur was er een nieuw Boeddhistisch product ontstaan dat een direct beroep deed op westerlingen die vervreemd waren van hun traditionele geloofstradities.  De modernisering ging daarbij steeds verder.  Het Boeddhisme werd gepresenteerd als een psychologische techniek die leidde tot geluk, vrij van rituelen, bijgeloof, goden, priesters en elke vorm van bijgeloof.  Met andere woorden, het Boeddhistisch modernisme werd, zoals veel schrijvers nu hebben aangegeven, een volledig nieuwe verzinsel dat weinig gemeen heeft met het Boeddhisme zoals dat in ongeveer vijfentwintig eeuwen tot 1900 werd beoefend, of zelfs met het Boeddhisme zoals dat nog steeds wordt beoefend door de gewone mensen in Thailand, Taiwan of Tokio.

WESTERSE CULTURELE ONTWIKKELINGEN

We staan nu dus voor een situatie waarin het Boeddhisme in het Westen een veelheid aan waarden en houdingen heeft geabsorbeerd die geen verband houden met Boeddha, maar die hun wortels hebben in de Europese-geschiedenis en de Noord-Amerikaanse bezorgdheid.

Er zijn een aantal reacties op deze situatie geweest.

1/ Naarmate het Boeddhisme zich meer heeft gevestigd in het Westen hebben Boeddhistische groeperingen naar legitimiteit gezocht en instellingen opgericht.  Er zijn tempels, kloosters en centra ontstaan.  Over het algemeen sluiten deze een compromis tussen hun historische traditie en wat nodig is om in een westerse context voldoende populair te zijn om mensen doorheen de deur te laten komen.

2/ Sommige mensen en groepen hebben getracht het Boeddhisme uit te breiden naar of zelfs te identificeren met de huidige "progressieve" westerse zorgen - ecologie, psychologie, gendergelijkheid, democratie, sociale rechtvaardigheid, rassengelijkheid, enzovoorts.  Soms is dit een beetje rekbaar, omdat de traditionele Boeddhistische teksten de meeste van deze onderwerpen niet vermelden.  Er kan wel worden gesteld dat  het Boeddhisme wel degelijk een zichtbare en herkenbare psychologie heeft vooruit gebracht en dat, aangezien het universele compassie heeft onderwezen, dit natuurlijk de moderne vormen daarvan zijn.

3/ Sommigen hebben technieken uit het boeddhisme overgenomen en toegepast in dienst van de verbetering van hedendaagse kwalen.  Om ze aanvaardbaar te maken voor de moderne gevoeligheden hebben ze zich tot het uiterste laten modereren, waarbij ze elk spoor van religiositeit uit de weg hebben geruimd.  Het meest wijdverbreide en opmerkelijke geval is "mindfulness" waarover ik elders uitgebreid heb geschreven.

4/ Er is een quasi-spiritueel quasi-commercieel fenomeen ontstaan dat New Age heet.  Dit is een soort smeltkroes van populaire spirituele en magische ideeën die een verscheidenheid aan (vaak onderling tegenstrijdige) principes combineren en praktijken uit het Taoïsme, Boeddhisme, Hindoeïsme, Druïdisme, Sjamanisme, Soefisme enzovoorts.

5/ In de vormen van het Boeddhisme die nu populair zijn in het Westen is er een breed herkenbare consensus ontstaan over principes als onderlinge afhankelijkheid (of interbeing), non-dualiteit, Boeddhanatuur, aanwezig-momentisme, verruimd bewustzijn en gewaarzijn.

6/ Dit alles is gekoppeld aan een bijna volledige identificatie van het Boeddhisme met de beoefening van meditatie, met name drie vormen van contemplatie: inzichtmeditatie, metta (liefdevolle vriendelijkheid) beoefening, en keuzeloos gewaarzijn.  De meeste Westerse mensen gaan er nu van uit dat meditatie en Boeddhisme min of meer synoniemen zijn.

7/ Recentelijk heeft het Boeddhistisch modernisme een verbond gesloten met de neurowetenschappen, een tak van de wetenschap die door de ontdekking van de neuroplasticiteit is gered van de stagnatie.  Als de hersenen kunnen veranderen, dan kan het Boeddhisme, dat zich presenteert als een set van meditatietechnieken, claimen de methodologie te zijn voor het verbeteren van de hersenen.

8/ Sommige meer academisch denkende mensen verachten het idee dat er echt zoiets bestaat als het Boeddhisme, als ze deze scène overzien.  Ze zien eerder een diversiteit aan vormen die een zekere verwantschap hebben, maar zonder centrale kern en vinden dat die beter door de antropologie bestudeerd kan worden dan in religieuze studies of theologie.

Er zijn er echter anderen. Het lijdt geen twijfel dat dit een vruchtbare en creatieve smeltkroes heeft opgeleverd waarin periodiek nieuwe ideeën en nieuwe vormen ontstaan en dat is, in het algemeen, in het voordeel van de mensheid.  Echter, in de overvloed aan aanpassingen en verwarringen is de eigenlijke redding die het Boeddhisme bood, geneigd te verdwijnen of ondergedompeld te raken.  Dit voelt nogal onbevredigend aan, maar men kan niet achteruit, dus de vraag wordt hoe men van hieruit verder kan gaan.

Ik heb onlangs op een conferentie gesproken.  De spreker die mij volgde was Chinees.  Hij begon zijn presentatie met te zeggen (en ik parafraseer uit het geheugen) "Dokter Brazier en ik staan op tegenovergestelde, misschien wel aanvullende, sporen.  Hij probeert de Westerlingen eraan te herinneren dat er een perfect goed functionerend Boeddhisme was voordat het besmet raakte met de moderne westerse cultuur en ik probeer de Oosterlingen ervan te overtuigen dat het Boeddhisme moet worden gemoderniseerd en hervormd om te voldoen aan de behoeften van de hedendaagse wereld".  Ongetwijfeld zullen hij en ik van elkaar blijven leren.

BOEDDHISME IS EEN RELIGIE: GELOOF HET MAAR

Ik ben een westers geboren en westers geschoold persoon.  Ik deel veel van de standpunten van mijn progressieve liberale vrienden en zelfs enkele van mijn meer conservatieve vrienden.  Maar geen van deze hebben voorrang op mijn geloof. Ik zie het Boeddhisme niet als een manier om andere zaken te bevorderen en ik denk niet dat de Dharma van Boeddha aangepast moet worden aan ons.  Wij moeten onszelf aanpassen om erin te passen.

Ik ben in het Boeddhisme gekomen vanuit de positie van een reeds gevestigde spirituele zienswijze.  Voor mij is religie niet iets wat als ouderwets moet worden afgewezen, noch is het een moderne uitvinding, zoals sommigen hebben gesuggereerd.  Zoals ik het zie, hebben mensen een fundamentele spirituele behoefte en een duidelijke intuïtie van het hiernamaals.  We noemen onszelf homo sapiens, maar dit is een verwaandheid.  Het zou juister zijn om ons homo religioso te noemen.  Elke cultuur genereert op een of andere manier een dimensie die duidelijk herkenbaar religieus is.  

Alles in het gewone leven is eindig, vergankelijk, onvolledig, meetbaar en niet-ultiem, maar te stellen dat dit alles is, is onze onmiskenbare intuïtie ontkennen. 

Alle wereldse dingen kunnen worden geteld, maar, zoals Einsteinn wordt verondersteld te hebben gezegd, niet alles wat kan worden geteld telt en niet alles wat telt kan worden geteld.  Er zijn getallen, maar er is ook nul en oneindig en deze buiten-de-limiet items, die we allemaal intuïtief begrijpen, gedragen zich niet als rationele getallen.  Hetzelfde geldt voor het geleefde leven: we ervaren een grote verscheidenheid aan voorwaardelijke omstandigheden, maar op de een of andere manier kan de geest er niet aan ontkomen het onvoorwaardelijke intuïtief aan te voelen.  Voor mij is dit waar het Boeddhisme in essentie om draait. Dit is wat Boeddha aanduidde als de enige mogelijkheid tot ware bevrijding.

Mijn eigen benadering is dan ook

1/ om de sutra's te bestuderen en te proberen, zo goed als ik kan, de echte boodschap te achterhalen.

2/ de westerse culturele accenten weg te halen en te proberen de ware geest te vinden

3/ om aan te nemen dat de kern van het boeddhisme enerzijds een antwoord is op het religieuze verlangen van mensen en anderzijds een manier om het hiernamaals in ons leven binnen te laten

4/ de veronderstelling van devote Boeddhisten dat Boeddha kan helpen serieus te nemen.

5/ niet bang te zijn voor rituelen, symboliek, poëzie, priesterrollen en openlijke religieuze vormen; hun vervanging door sociaal-politieke equivalenten is geen vooruitgang.

6/ aangaande de vaststelling dat de meeste Boeddhisten niet mediteren, om niet aan te nemen dat het boeddhisme een techniek is

7/ het Boeddhisme als een serieuze religie te beschouwen en haar niet als slechts een antropologische culturele categorie te beschouwen of als clusters van uiteenlopende vormen van beoefening zonder uiteindelijke betekenis.

8/ aan te nemen dat het Boeddhisme niet bedoeld is om "moderne" vragen te beantwoorden, maar om het hart en de ziel van mensen in alle culturen in alle tijden te bevredigen, zoals elke andere grote religie.

Ik respecteer de religieuze impuls.  Dat betekent niet dat ik de ondermijning van de religie door de politiek om gemeenschappen tegen elkaar op te zetten, goedkeur.  Het betekent ook niet dat ik denk dat alle religies hetzelfde zijn.  Ik zie ze als voertuigen.  Deze die goed ontworpen zijn, kunnen je van hier tot in het oneindige brengen.  Sommige zullen je een comfortabeler ritje geven dan andere.

Modernistische mensen zijn vaak volledig afgesneden van hun religieuze hart.  Ze denken in materialistische termen en missen een gevoel van spiritualiteit.  Hun wereld is ontluisterend en ze denken dat dit de realiteit is, terwijl het in feite een spirituele woestijn is.

Kortom, het probleem is dat we de bhakti uit het boeddhisme hebben gehaald.  We hebben geprobeerd er een koud, klinisch, seculier, utilitair, intellectueel rationalisme van te maken met een reeks technieken die gebruikt kunnen worden als remedies voor moderne kwalen.  Zo is het niet en was het ook nooit, totdat dit modernisme zich aandiende.  Als je moderne Boeddhisten hoort, zou je denken dat Boeddha nooit zaken als geloof of toewijding heeft vernoemd, maar voor de meeste Aziatische Boeddhisten zijn geloof en toewijding door de geschiedenis heen precies datgene geweest waar het Boeddhisme altijd om heeft gedraaid. Dat is bhakti.  Bhakti is zich met hart en ziel in de handen van Boeddha werpen.  Het is een vrije val. of, op het eenvoudigste niveau, het is in nederigheid knielen, een bloem op het altaar te plaatsen en de zegen in het hart te ontvangen. Dit is wat we hebben verloren.  Het is niet dat we de baby met het badwater hebben weggegooid, het is dat we alleen maar badwater hebben en de baby is verdwenen.

DE ESSENTIE MISSEN

Een eenvoudig voorbeeld van waar we toe gekomen zijn, is het feit dat bijna alle Westerse Boeddhisten het idee dat het Boeddhisme leert dat alles vergankelijk is, leuk vinden.  Dit klinkt als wetenschap en het is het soort uitdrukking dat kan worden toegepast op een veelheid van situaties.  Het gaat echter volledig voorbij aan het punt dat de Boeddha eigenlijk leerde, dat was dat alle wereldse dingen vergankelijk zijn en dat vergankelijke dingen geen betrouwbare of permanente spirituele toevlucht bieden.  Het was niet zo dat de Boeddha een hypothese uitsprak over de fysieke werkelijkheid, het was een opdracht om datgene te ontdekken wat niet vergankelijk is, om de ware toevlucht te vinden.  Het vinden van zo'n ware toevlucht - nirvana - is de kern van het Boeddhisme.  Het moderne Westerse Boeddhisme heeft deze kern verloren.  Maar als je het hart eruit haalt, leeft het lichaam niet meer.  In het beste geval blijf je achter met een mechanisme, een robot.  Het Boeddhistische modernisme is zo'n robot. Het heeft geen ziel, geen geest, geen religie.

Iemand schreef me onlangs en zei dat ze naar een evenement waren geweest waarbij de presentatoren gevraagd werd of ze Boeddhisten waren.  Een van de presentatoren had gezegd dat hij inderdaad Boeddhist was, maar haastte zich om te zeggen dat het Boeddhisme geen religie is en dat het voor hem gewoon een verzameling van technieken is die het leven minder stressvol konden maken.  Mijn correspondent vond dit onbevredigend en daarom schreef hij mij hierover.  Ongetwijfeld was de presentator in zekere mate beducht om het publiek te bevreemden als hij iets meer liet zien dan dit zeer verwaterde idee.  Misschien was hij werkelijk verlegen, of misschien had hij gewoon niet de moed van zijn geloof.  Helaas is in het hedendaagse Westen wishy-washy de norm en vaak de enige sociaal aanvaardbare houding.

Het Boeddhisme ont-moderniseren betekent niet dat we een tiende-eeuwse verpakking aannemen of doen alsof we geen 21e -eeuwse Europeanen of Noord-Amerikanen zijn, maar het betekent wel dat we een manier moeten vinden om de bhakti terug te brengen in het boeddhisme.  Het boeddhisme moet opnieuw gehydrateerd worden; het moet zijn passie herontdekken.  Toen Boeddha les gaf, dansten de mensen van vreugde, de haren op hun nek stonden overeind, ze huilden en zongen.  Waar is dit gebleven?  Rationalisme lanceert geen schepen.

Op de een of andere manier hebben we ons ingeënt tegen het drinken van het levende water.  In onze haast om alles te verdrijven wat enigszins als bijgelovig overkomt, zijn we academisch geworden.  Als we zeggen dat iets slechts academisch is, zeggen we dat het niet echt uitmaakt.  Het gemoderniseerde Boeddhisme is een hobby die er niet echt toe doet.  Het echte Boeddhisme gaat over verlossing en bevrijding en dit wordt niet bereikt door iets dat slechts een hobby of van intellectueel belang is.  Het echte Boeddhisme heeft een enorme kosmische visie die de mogelijkheden van ontelbare levens in ontelbare rijken omvat, met wezens die opstaan en vallen volgens hun daden.  Het is niet alleen het geven van impartiële aandacht in het huidige moment; het omvat de lotsbestemming in het perspectief van de eeuwigheid.  Op de een of andere manier hebben we iets inherent groots en prachtigs tot iets triviaals en goedkoops gemaakt - een gemakkelijke verkoop.  Zeker, we hebben het Boeddhisme in sommige van onze academische citadellen verankerd en we hebben vage Boeddhistische ideeën en technieken in de maatschappij in het algemeen geïntroduceerd, en dit is beter dan niets, maar het is nog steeds ver verwijderd van de beloofde bevrijding.  Velen zijn verloren bij hun verlangen naar de Dharma. Ik hoop dat sommigen het wél zullen begrijpen.

David Brazier op 4 maart 2020, vertaald in het Nederlands door Vajrapala

 

 

You need to be a member of David Brazier (Eleusis) to add comments!

Join David Brazier (Eleusis)

Email me when people reply –