Ik wil graag iets zeggen over hoe ik mijn rol als boeddhistische leraar begrijp.

Als we aan een leraar denken, is het beeld dat bij ons opkomt misschien iemand die voor een klas staat en een lezing geeft, een les geeft, kennis, informatie en wijsheid overdraagt, enzovoort. Wel, het is waar dat ik soms een Dharmatoespraak houd; soms werd ik uitgenodigd: "Wil je dit publiek toespreken en iets zeggen over een bepaald onderwerp?" Dus, dat hoort erbij, maar het is bij lange na niet het belangrijkste onderdeel.

Een leraar in die zin doet zijn werk in een klaslokaal van een school. Aan het eind van de dag gaat hij naar huis en doet hij iets anders. Een boeddhistische leraar kan dat niet. Een boeddhistische leraar heeft in zekere zin de hele tijd dienst. Het houdt nooit op. En sommige leraren geven nooit lezingen.

Er is een verhaal over iemand die naar het klooster gaat en daar monnik wordt en hij wil studeren en hij wil het boeddhisme leren; en na enige tijd - hij is daar misschien een jaar of twee jaar of wat dan ook geweest - zegt hij tegen zijn leraar: "Waarom leer je me niks? Ik kwam hier om te leren en jij leert me nooit iets." En de leraar zegt: "Wanneer heb ik je geen les gegeven?"

Ik vind dat kleine voorbeeld altijd erg nuttig. Er was geen moment dat de leraar geen leringen gaf. Waarom is dat? Omdat de belangrijkste kenmerken van een boeddhistische leraar niet echt het geven van lezingen zijn. Er zijn twee aspecten: Het ene aspect is om de praktijk zelf te leven, de Dharma zelf te leven; en het andere aspect is de relatie die je van hart tot hart hebt met elke discipel, met elke zoeker.

Aan de ene kant, het zelf leven - nou ja, hoe? Als beoefenaar ben ik voortdurend aan het leren. Ik ben voortdurend aan het ontdekken. Dus, het leven van de praktijk is in sommige opzichten een eigen zoektocht; ik ontdek altijd iets nieuws, ik lees een tekst, ik lees het voor de zoveelste keer en er zit iets nieuws in, er is iets wat ik me niet had gerealiseerd. "Oh, hemeltje, ja, dat betekent dit en dat!" en dat zal mijn leven op een nieuwe manier beïnvloeden.

Hoe verhoud ik me tot de wereld om me heen? Voortdurend updaten! - en de relatie met de persoon die bij mij komt voor Dharma, voor toevlucht - elkeen is uniek, ze zijn allemaal verschillend. Mijn gevoel voor die relatie, mijn gevoel voor mijn plicht is: hoe help ik elke persoon om te bloeien op hun eigen manier? Omdat hun weg niet dezelfde is als die van anderen.

Aan de ene kant kan ik helpen om structuren, groepen, rollen, organisaties te creëren, en dat is tot op zekere hoogte nuttig. Maar dan is het cruciale ding: zit er spirit in? De formele structuur kan gewoon een dood ding zijn. Waar het om gaat is: zit er levende Dharma in?

Dus, deze twee aspecten - het zelf doen van de beoefening, wat een voorbeeld kan zijn voor anderen, maar zij zijn niet mij en ik ben hen niet, ze proberen niet mij te zijn, ik probeer niet Boeddha te zijn. Ik probeer te zijn wat ik moet zijn, en ik help hen om te zijn wat ze in werkelijkheid zouden zijn, en in elk geval is dat uniek.

En zo zie ik het. Ik probeer elke persoon te helpen om op zijn eigen manier te floreren.

Dank u wel.                       Namo Amida Bu

Dharmavidya                    David

Geplaatst door Tineke Osterloh op 24 oktober 2020 en vertaald in het Nederlands door Vajrapala

 

You need to be a member of David Brazier at La Ville au Roi (Eleusis) to add comments!

Join David Brazier at La Ville au Roi (Eleusis)

Email me when people reply –