TEKST: de methode om zich open te stellen voor Amitabha's genade...
COMMENTAAR:
De Boeddha heeft de gelofte gedaan om iedereen te ontvangen die zich in geloof tot hem wendt en zijn naam aanroept. Er zijn vele manieren om de naam te aanroepen. Letterlijk kunnen we "Amitabha" of "Namo Amida Bu" of een equivalent daarvan zeggen, of een kort gebed doen, zoals de "Kimyo jinjipo mugeko Nyorai" (In de Tathagata van ongehinderd licht in de tien richtingen, zoek ik mijn toevlucht). Dit zijn allemaal manieren om toevlucht te zoeken - zichzelf toe te vertrouwen aan een hogere kracht.
Vaak begint het zoeken van toevlucht daarom met het zich realiseren van de eigen ontoereikendheid. De eerste stap is daarom meestal die van het zich realiseren van onze bombu-staat. Een beroep doen op de Boeddha is een beroep doen op Andere Kracht en men doet dit niet, als de afhankelijk van eigen kracht intact blijft. Pas als we het punt van een echte "ik kan niet" bereiken, wenden we ons tot een ander om hulp.
Een andere manier om het onderwerp te benaderen is door middel van het idee van het offeren. In een aantal geschriften staat dat de manier waarop mensen Boeddha's worden is, door offers te brengen aan ontelbare Boeddha's en in de Zuiverland Soetra’s staat, dat zij die in het Zuivere Land wonen een groot deel van hun tijd besteden aan het maken van offers aan andere Boeddha's. Dit geeft een prachtige basis voor oecumene binnen Zuiverland. We kunnen gaan beseffen, dat het toevertrouwen van zichzelf aan de Boeddha, een offer is. Als we Namo Amida Bu reciteren, zeggen we dank aan de Boeddha voor het heil dat hij ons zomaar geeft, en we vertrouwen onszelf tevens toe aan hem. Men biedt zichzelf aan. Op deze manier betekent "Namo Amida Bu" "Ik geef je mijn leven". Als men er op die manier naar kijkt, is het duidelijk genoeg, dat er niets anders nodig is.
We hebben de twee belangrijkste bijkomende praktijken: nei quan en chih quan. In nei quan kijkt men naar binnen en zien we onze afhankelijke, feilbare aard. Dit is inzicht meditatie. Het komt neer op een onderzoek van "Namo...."... Er wordt stilgestaan bij de vraag "Wie/Wat is het dat Boeddha aanroept?". Dan offeren we dit alles in chih quan aan de Boeddha die het met zijn universele glimlach en gelukkig hart ontvangt. We voelen dat hij weet, wat hij met al onze passies moet doen. Dit is een offer. In ruil daarvoor voelen we de rust van de Boeddha op ons neerdalen, penetrerend en doordringend in ons lichaam en in onze geest. Deze vrede is diepgaand. Chih quan is dus "rustgevend". In onze praktijk is ‘tranquil abiding’ geen voorbereidende meditatie, maar is het de genade van de Boeddha, die op ons neerdaalt. Op deze manier voelen we "....Amida Bu" in ons binnenkomen, als de tathagatagatagarbha, het zaad dat op een dag zal rijpen tot Boeddha. Dit zaad wordt in ons geplant. Door deze twee bijkomende praktijken, hebben we ervaring met onze bombu-staat, waarbij we onszelf toevertrouwen en de vrede van de Tathagata ontvangen.
Als mensen het over "methode" hebben, denken ze vaak na over een formule of protocol, dat bewust kan worden geoefend en toegepast, om tot een resultaat te komen. Het heeft echter geen zin om alleen maar doorheen emoties te gaan als er geen reële praktijkervaring is. De bijkomende praktijken dwingen de Boeddha's niet om ons iets te geven, maar overtuigen ons, door op een ervaringsgerichte manier te laten zien hoe Andere Kracht werkt, maar het werkt niet als gevolg van onze actie - het werkt gewoon. In verhouding tot de overtuiging die we hebben, zijn we minder geneigd om ons te verzetten. De bijkomende praktijken zijn eigenlijk niet nodig. Het enige wat nodig is, is het hart in geloof en dankbaarheid naar de Boeddha toe te keren. Al de rest is reeds volledig verzekerd. Als men waarachtig de nembutsu uitspreekt, zijn nei quan en chih quan impliciet.
Het principe van tathagatatagarbha is gebaseerd op het beeld van een zwangerschap. Zodra het zaad is geïmplanteerd, zal het groeien. Het blijft groeien of de aanstaande moeder erover nadenkt of niet. Op dezelfde manier groeit het zaad van het Boeddhaschap in ons bewustzijn, of we het bewustzijn nu wel of niet hebben. Wanneer we onze liefde aan de Boeddha verklaren door Namo Amida Bu te zeggen, komt hij ons koesteren en legt hij zijn zaad in ons. Dit zaad zal tot ver in de toekomst tot ontwikkeling komen. In tussentijd groeit het op een natuurlijke wijze. Echter, net zoals de vader de moeder beschermt tijdens de zwangerschap, zo beschermt de Boeddha ons tegen geestelijke schade, zolang we zijn genade in ons dragen.
Als we op deze manier met de Boeddha gelieerd zijn, is het volledig natuurlijk dat hij ons welkom heet in zijn Zuivere Land als de tijd daar is.
Dharmavidya z'n tekst, vertaald in het nederlands door Vajrapala
Replies