GEBEDEN VAN HET HART

Nembutsu en het Jezus Gebed

In mijn Dagelijks Onderricht sprak ik gisteren over de nembutsu als sleutel om toegang te krijgen tot de Trikaya Boeddha. Ik zei dat andere spirituele paden andere sleutels hebben. Een daarvan is zeker het Jezus Gebed van de Christenen.

 

De vorm van dit gebed luidt als volgt:

Heer Jezus Christus, zoon van God, heb medelijden met mij die zondaar ben.

Het wordt soms verkort tot

Jezus heb genade.

of

Heer, haast je me te redden.

Ik denk dat we gemakkelijk een nauwe overeenkomst kunnen zien tussen de nembutsu en het Jezusgebed. Beiden fungeren als een verbinding tussen het gewone wezen en de geestelijke wereld van reddende kracht.

 

Bij de boeddhisten wordt deze reddende kracht toegeschreven aan Amitabha Boeddha (Amida). Bij de Christenen wordt het toegeschreven aan Jezus uit naam van God.

 

In termen van de logica van de trikaya is Jezus op aarde de nirmanakaya terwijl Jezus in de hemel een vorm van sambhogakaya is, die zich aan de gewone gelovige manifesteert als de Heilige Geest.

 

"Namo' betekent letterlijk 'ik aanroep'. Als we "Namo" zeggen, dan bedoelen we dat dat wij degene zijn die roept, "ik roep", als het dwaze wezen dat verlichting en redding nodig heeft. In het Christendom staat dit gelijk aan "ik een zondaar". In het Japans is de meest nabije term voor zondaar akunin, letterlijk " slecht mens", en Zuiverland Boeddhisten gebruiken deze term vaak om aan te geven wat voor soort persoon het speciale object van Amida's liefde is.

 

Christenen gebruiken de term "genade" omdat ze het begrip oordeel hebben. Dit is een beetje anders dan het boeddhisme, maar het is zeker het geval dat Amida wordt verondersteld om wezens te redden die door hun eigen dwaasheid anders door de verschrikkelijke gevolgen van karma in gevaar zouden zijn.

 

Er is dus een zeer sterke parallel tussen deze twee praktijken. Beide worden gezien als vormen van onophoudelijk gebed en als zodanig beoefend.

Voor zover wij weten is het Jezusgebed ontstaan in de zesde eeuw, toen het in Egypte door Diadochos werd onderwezen. Hij leerde het als een middel om tot innerlijke vrede te komen. In boeddhistische termen kunnen we zeggen dat het een vorm van samatha-meditatie was die tot ansjin leidde. Anshin betekent letterlijk vreedzame geest, met de implicatie van een vast geloof.

 

Werd de christelijke praktijk beïnvloed door het boeddhisme? We weten het niet. Het is mogelijk. Religies lenen altijd van elkaar en in de tijd voor de opkomst van de Islam was er waarschijnlijk boeddhistische invloed in Egypte. We weten het niet. Het doet er niet echt toe, want wat opvalt is de manier waarop deze parallelle praktijken door de eeuwen heen de trouw van miljoenen beoefenaars in beide religies heeft gewonnen in perioden waarin de twee religies geen contact met elkaar hebben gehad, dus ook al was er een onbekende gemeenschappelijke afkomst, dan nog heeft het de tand des tijds op beide domeinen afzonderlijk doorstaan. 

 

Voor christenen is dit de manier om dichter bij God te komen. Het wordt het Gebed van het Hart genoemd. Voor boeddhisten is dit de manier om Amida in ons hart te laten binnendringen en ons zo te verbinden met alle Boeddha's. Het is de meest directe uitdrukking van shraddha (shinjin) wat geloof betekent. Etymologisch betekent shraddha "hartelijkheid".

 

In de Taoïstische klassieker staat "met verlangen, ziet men grenzen; zonder verlangen, ziet men wonderen".  Vormen verschillen. De kern is hetzelfde. Het benadrukken van het verschil toont onze oppervlakkigheid. Als we de gehechtheid aan onze groep opgeven, zien we in de wonderbaarlijke basis van dit alles.

David Brazier op 13 maart 2016, vertaald in het Nederlands door Vajrapala in 2019

 

You need to be a member of David Brazier (Eleusis) to add comments!

Join David Brazier (Eleusis)

Email me when people reply –