VERDIENSTE OVERDRAGEN
In boeddhistische tempels voeren we vaak ceremonies uit voor overdracht van verdienste, waarbij we de overdracht van verdiensten aan mensen in nood overdragen. Wij hopen dat zij ontlast of geholpen zullen worden op hun spirituele pad. We kunnen begrijpen wat er hierbij gebeurt op allerlei niveaus de ene al diepgaander in verfijning dan de andere.
We begonnen ons onderzoek naar karma door het te zien als een opeenstapeling van goede en slechte zaden. Deze "economische" benadering leidt op natuurlijke wijze tot de vraag of verdienste (of zelfs het tegendeel daarvan) kan worden gedeeld, overgedragen of zelfs verhandeld? Sommige boeddhisten zijn van mening dat dergelijke transacties niet mogelijk zijn, dat verdienste of het ontbreken daarvan een kenmerk is dat vast hangt aan het individu. Dit stuit dan op filosofische discussies over de vraag of het mogelijk is om een ander persoon te helpen op zijn of haar spirituele pad. Als alles afhangt van persoonlijke welbewuste inspanningen, hoe kan de een de ander dan helpen, maar als het niet mogelijk is de ander te helpen, wat kan dan als een goede actie gelden? Het antwoord moet zijn dat hulp mogelijk is, anders zou de Boeddha het niet hebben onderwezen, maar wat betekent dat in termen van verdienste? Als een persoon die verder op het pad is, per definitie meer verdienste heeft, dan moet, als iemand een ander op het pad helpt, dit neerkomen op een overdracht van verdienste. Zo werd het idee van de overdracht van verdienste gemakkelijk gelijkgesteld met het heil dat we van de Boeddha ontvangen. Dus als we "verdiensten overdragen" delen we niet alleen onze eigen kleine voorraad, maar bidden we om genade.
Het is dus mogelijk om de Dharma op te vatten als een verdienstelijke overdracht van boeddha's naar misleidde wezens. Als we dit koppelen aan het idee van verdienste als zijnde de echte afwezigheid van (slecht) karma, dan concluderen we dat Dharma het karma oplost. Dit is dan in overeenstemming met het principe dat Dharma een einde maakt aan de wedergeboorte - tenminste, wedergeboorte binnen dit rijk van condities.
De Boeddha staat er bekend om, dat hij speculaties over de staat van zijn van de Boeddha na de parinirvana verbood, d.w.z. de staat van een wezen dat geen karma genereert. Deze opzettelijke lacune nodigt echter uit tot de speculatie die hij juist verbood. Als er veel Boeddha's in ruimte en tijd zijn geweest, dan moeten ze nog steeds op de een of andere manier bestaan en zo is er een gevoel ontstaan, van het bestaan van een veelheid aan hemelse Boeddha's die allemaal betrokken zijn bij de overdracht van hun verdiensten om wezens te helpen die, vanwege hun misleidde blindheid, slechts een beperkte capaciteit hebben om de voorspoedige genade te ontvangen, die zo gemakkelijk beschikbaar is.
Dus, als ontelbare Boeddha's ons overvloedig zegenen met grenzeloze genade, dan volgt hieruit dat de kleine hoeveelheid verdiensten die we individueel zouden kunnen genereren door middel van liefdevolle daden zeer klein moet zijn in vergelijking daarmee, en dus, eigenlijk, overbodig. Dit leidt op zijn beurt weer tot de gelukkige conclusie dat de juiste Dharmische houding is om verdiensten weg te geven zo snel als men ze verwerft. Het cultiveert een gevoel van bijna roekeloze vrijgevigheid wat precies het tegenovergestelde is van het oorspronkelijke idee van verdienste accumulatie. Het houdt in dat men nooit aanspraak maakt op de verdienste van goede daden, dit strookt ook met het bodhisattva-ideaal. De bodhisattva is per definitie iemand die zich niet bekommert om persoonlijke redding, maar die zich alleen bezighoudt met de redding van alle bewuste wezens. De boeddhistische beoefenaar is daarom iemand die afziet van accumulatie.
Een bodhisattva brengt dus voortdurend verdiensten over door eenvoudigweg geen nieuw karma te genereren, of, om het anders te zeggen, door niet ego-bewogen te zijn. De waan van het zelf vervormt het universum en die vervorming is karma. Wanneer we de bodhisattva gelofte uitspreken: "Ontelbaar zijn de levende wezens, ik zweer dat ik ze allemaal zal redden", dan zouden we kunnen denken dat dit een zware last is en dat het niet makkelijk zal zijn om zo'n gewichtige taak te volbrengen. Maar als we bedenken dat de implicatie van onze analyse van karma, betekent dat de gelofte zou kunnen worden geformuleerd als "ik zweer dat ik ze allemaal van mij zal redden", dan zouden we er een ander gevoel over kunnen krijgen. Iemand die van zijn ego kan neerklimmen, redt op natuurlijke wijze alle wezens van het karma dat anders zou ontstaan. De manier om de verdienste voortdurend over te dragen is het opgeven van de zelfkracht.
SAMENVATTING
Onze verkenning van karma en het bijbehorende idee van verdienste heeft ons meegenomen op een reis langs een aantal filosofische paden die allemaal implicaties hebben over hoe we denken over de spirituele praktijk.
We hebben gezien dat er twee verschillende manieren zijn om naar karma te kijken. In de eenvoudige zin is er goed en slecht karma en goed karma wordt verdienste genoemd. Karma draagt vruchten, zowel in fysieke als in psychologische zin, en dus ontvangen wezens een beloning of straf voor opzettelijke daden die ze hebben verricht. Dit is een duidelijk moralistische benadering die pro-sociale actie aanmoedigt.
Toen zagen we dat er een meer spiritueel of mystiek begrip van karma bestaat als wat onnatuurlijk is en we ontdekten dat deze benadering de Dharma interpreteert als een tegengif voor het ego, zodanig dat in het extreme geval een persoon een bodhisattva wordt die al zijn verdiensten weggeeft zonder er over na te denken.
Dit neigt ook naar het idee van twee domeinen - het geconditioneerde en het ongeconditioneerde, het gebied van geboorte en dood en dat van het Ongeboren en Doodloze, samsara en nirvana. Dit is een diep dualistische notie die het boeddhisme als een religie kenmerkt, waarbij een heilig domein wordt onderscheiden van het profane. Maar religies wijzen ook op een oplossing voor dergelijke tweedeling en het boeddhisme doet dat ook. Voor de wereldburger is samsara "het echte leven" en nirvana is mysterieus, terwijl voor de verlichte nirvana de realiteit is en samsara de illusie. De relevantie voor ons begrip van karma is dat de wereldburger zich bezighoudt met het verzamelen van krediet op de een of andere manier, terwijl voor ontwaakte mensen de verdienste van karma gewoonweg het instrument is waarmee het heilige leven wordt geleefd en getoond. Zonder aandacht voor het zelf, ga door in geloof.
Dharmavidya David Brazier (vertaald door Vajrapala _/\_)
Replies