CONTINU EN PERMANENT
Nem of nen betekent mindfulness. Het betekent dat wat de geest bezighoudt. We weten allemaal dat onze geest met allerlei zaken bezig is. Er zijn de praktische zaken van het dagelijkse leven, de grotere en kleinere beslissingen, het amusement, het socialiseren, de contemplatie, de triviale dingen - allerlei dingen, groot en klein, houden de geest bezig. Maar over het algemeen is er niet slechts één ding in onze gedachten. Onze geest is in staat om een aantal sporen tegelijkertijd te volgen. Veel hiervan wordt gemoduleerd door associatie van allerlei ideeën. De geest springt gemakkelijk van het ene ding naar het andere volgens associaties. Deze associaties zijn meestal niet logisch. Ze berusten op een of andere associatie en dit lijkt misschien willekeurig. We hebben altijd iets in gedachten en meestal diverse dingen. De spirituele praktijk houdt in dat we de geest opzettelijk cultiveren met behulp van deze mogelijkheden, dat we een goede associatie tot stand brengen, dat we een goed spoor volgen en dat we de geest vullen met gezonde reflecties.
Butsu betekent Boeddha. Boeddha is één van de dingen die we in gedachten hebben, tenminste van tijd tot tijd. Ik kreeg ooit een opdracht van een Tibetaanse leraar en ik vroeg hoe vaak ik de oefening moest doen en de leraar zei: " Telkens als je het je herinnert". Dit leek me erg praktisch. Er komen dingen in het hoofd opduiken. Dingen herinneren ons eraan. Daarom is het goed om een mala te hebben. Elke keer als je hem ziet, duikt de gedachte aan Boeddha op. Boeddhistische beoefening is zo. het zorgt voor veel herinneringen die ons herhaaldelijk terugbrengen naar de zaak van de grootste bekommernis. We omringen ons met triggers zodat de gedachte aan Boeddha terugkomt en terugkeert. Mindfulness is het in gedachten houden van de Dharma.
Nembutsu-beoefening is zo. Het is een poging om de geest zoveel mogelijk te vullen met de gedachte aan de Boeddha. Als tenminste één van de sporen die op een bepaald moment in de geest loopt het Boeddha-spoor is, dan kan dat continue nembutsu genoemd worden. Dit is een manier om nembutsu te beoefenen - om te proberen de Boeddha continu in gedachten te houden. Zodra je je realiseert dat je het hebt laten vallen, begin je opnieuw.
De geest is echter diep. Boeddha kan in je geest zijn, zelfs als je niet bewust en opzettelijk aan de Dharma denkt. We beoefenen het noemen van de Naam, met het oog op het vastleggen van deze diepere binding. Wanneer Boeddha diep in de geest verblijft dan is dit een permanente nembutsu. Het doel van continue nembutsu is permanente nembutsu.
NEMBUTSU ALS GENEZEND ZAAD
Er zijn veel manieren om nembutsu te zeggen. We kunnen zeggen dat Boeddha veel namen heeft of we kunnen zeggen dat er veel Boeddha's zijn. Als je je zorgen maakt over de metafysica dan lijken deze twee uitspraken tegenstrijdig, maar als je je zorgen maakt over de mystieke werkelijkheid, dan zijn ze synoniem. Is Boeddha één of vele? Het maakt niet uit. Eén Boeddha noemen is alle Boeddha's noemen. Quan shi Yin of Tai Shi Chih of Manjshri, of Akshobhaya of Samantabhadra komen ons allemaal te hulp. We denken aan Amida als dichtstbijzijnd en, misschien, Vairochana als meest afgelegene, maar het zijn allemaal Boeddha's. Soms verschijnt Boeddha als mededogen, soms als creativiteit, soms als wijsheid, soms als ontwaken, soms als goedheid, soms als hulp dichtbij, soms als ultieme waarheid en perfectie, soms als ruimte. Dit zijn allemaal aspecten of namen van de Boeddha. Elk antwoord op een specifieke menselijke toestand.
In die zin kunnen we denken aan nembutsu als spiritueel medicijn. Soms moet men meer mededogen in zijn leven brengen: "Namo Quan Shi Yin Bo Sat". Soms moet men het ontwaken stimuleren: "Om Akshobhaya Hum!" Soms gaat men door moeilijkheden heen en heeft men behoefte aan een oplossing: "Namo Samantabhadraya. Maar de meest voorkomende vorm van nembutsu is een beroep doen op Amitabha: "Namo Amida Bu." Dit is de definitieve aanroeping die alle deugden en de reddende genade omhelst.
Dus de gewone beoefening van nembutsu kan zijn om te aanroepen, naar gelang van iemands toestand of gewoon in open geloof en dit zo veel mogelijk te doen, en dit zal de Boeddha in het hart verankeren. In het hart zal dit zaadje groeien. Er zal een proces van transformatie plaatsvinden. Eenmaal begonnen zal dit proces doorgaan, of men zich er nu van bewust is of niet - dit is het principe van onomkeerbaarheid. Wanneer je Boeddha in je hart hebt is dit de Tathagatagarbha - het spirituele embryo dat op een dag zal worden geboren als een nieuwe Boeddha. Dus nembutsu is zich laten doordringen door de geest, door de sattva.
PARAVRITTI
Nembutsu is de beste vorm van meditatie. Als men dergelijke beoefening doet, draait de beoefening zelf geleidelijk aan om. In het begin is het een praktijk die men bewust onderneemt, misschien met slechts een vaag idee waarom men dit doet, behalve dat het lijkt te helpen. Het zeggen van "Namo Amida Bu" brengt gemak en stabiliteit. Het houdt de geest vast in moeilijke momenten. Het geeft een gevoel van vriendelijkheid. Het brengt geduld. Het kalmeert de nervositeit. Het zorgt voor uithoudingsvermogen bij pijn en lijden en het verhoogt de vreugde in momenten van succes. Het maakt een band met andere beoefenaars, zowel degenen die men kent als alle spirituele voorouders.
Te zijner tijd begint men het echter niet zozeer te ervaren als iets wat men doet, maar als een genade die op je afkomt. Het is niet zozeer dat men Boeddha roept, maar dat Boeddha jou bereikt. Deze ommezwaai - paravritti - kan emotie met zich meebrengen. Terugkijkend kan men zich schamen voor zijn vroegere ijver om iets te verkrijgen. Men ziet dat men in het begin het nut van de beoefening alleen maar kon zien als het verkrijgen van iets voor zichzelf, een of andere persoonlijke verbetering. Later voelt men zich gewoon dankbaar voor wat men al ontvangt. Men weet niet zeker of men daadwerkelijk meer ontvangt dan voorheen of dat men nu gewoon erkent hoeveel men ontvangt waar men eerder in avidya verloren was. Men realiseert zich dat de omvang van z’n onwetendheid en dwaasheid immens is, maar toch is men gezegend.
Momenten van gelukzaligheid overkomen je. De zegening van de Boeddha's is een overweldigende vrede die doordringt in iemands fysieke en spirituele wezen. Met een hart in vrede ziet men overal schoonheid. Er is veel om dankbaar voor te zijn. Het leven gaat verder zoals voorheen, maar zit vol met wonderen. De Boeddha's storten hun zegeningen naar beneden. Quan Shi Yin ledigt onophoudelijk haar cornucopia van vriendelijkheid op alle wezens.
Nembutsu is een eenvoudige oefening. Gewoon "Namo Amida Bu" zeggen. Dit is een echte toevlucht. Het is de ultieme meditatie. Het is het ultieme omdat het de meditatie van Boeddha is - de Boeddha die alle wezens omarmt, zelfs de laagste. Als men dit doet realiseert men steeds dieper en dieper naarmate de dag vordert dat er niets anders is dan Boeddha, grenzeloos licht, overal.
Geplaatst door David Brazier op 28 februari 2020, vertaald in het Nederlands door Vajrapala
Replies