In recente podcasts heb ik het gehad over de geloften van Dharmakara bodhisattva, en ook over het chanten, zingen en de geest van verrukking in het boeddhisme. Deze twee thema's komen samen in de 44e gelofte van Dharmakara, waar hij zegt:

O Gezegende, mag ik niet tot het volledige ontwaken komen als, wanneer ik dat gedaan heb, bodhisattva's van de boeddhalanden in de tien richtingen die naar mijn naam luisteren, niet met vreugde en enthousiasme zouden dansen, van harte praktiseren en dienovereenkomstig een immense verdienste zouden verkrijgen.

Dus, hier gaan vreugde en enthousiasme, van harte praktiseren en grote verdienste allemaal samen; en vreugde en enthousiasme komen op de eerste plaats.

Vreugde en enthousiasme zijn de praktijk. Wanneer we een diepgaande toevlucht nemen, komt onze energie vrij. De reden dat we vaak niet vreugdevol zijn, is dat onze energie wordt onderdrukt. Soms wordt hij vastgehouden door gebeurtenissen in de echte wereld: verliezen, teleurstellingen, mislukkingen; soms wordt hij vastgehouden door onze eigen angstige verbeeldingen, onze angst voor de toekomst; soms door wrok en onafgemaakte zaken die uit het verleden zijn overgeleverd.

De Boeddha zegt niet dat men kunstmatig gelukkig moet zijn, of doen alsof men vreugdevol is als men dat niet is - het is belangrijk om natuurlijk te zijn - maar het is ook waardevol om te leren niet vast te houden aan dingen die nu verleden tijd zijn, of om onredelijk bang te zijn voor dingen die niet gebeurd zijn.

We leven in moeilijke tijden: sommigen van ons zijn ziek, sommigen van ons hebben familieleden die in erbarmelijke omstandigheden verkeren, we leven allemaal met verschillende gradaties van beperking van onze vroegere vrijheden. Dit soort dingen, zijn allemaal echt en men zal er vanzelfsprekend gevoelens bij hebben. Dat is natuurlijk, dat is normaal.

Tegelijkertijd moet men niet vergeten dat we de verbazingwekkend mooie gift van de Dharma hebben. Als we werkelijk de naam van Amida horen, als we echt onze toevlucht nemen, kunnen we uit onze geconditioneerde toestand breken en met vreugde en enthousiasme dansen, wetende dat, wat onze omstandigheden ook mogen zijn, het beste wat we in ieder geval - altijd - kunnen doen is van harte praktiseren en de verdiensten aan het welzijn van alle wezens opdragen.

Dit is de Dharma: doen wat nodig is, het goede te doen, het te doen voor het welzijn van alle wezens. Dan, zelfs in die tijden waarin we vol verdriet zijn om echte redenen, zal er nog steeds een diepere stroom van zekerheid zijn, een reservoir van zekerheid diep in ons hart, een ware mindfulness die ons door alle pijn en moeilijkheden heen zal dragen en ons verder zal sturen in de richting van Dharma die voorbij al deze overgangstoestanden is.

De pandemie is vergankelijk. Levensduur is vergankelijk. Alle wereldse omstandigheden zijn vergankelijk. Maar buiten dit alles is er een "vrede en een bevrijding die de geneugten van de hemel overtreft" (Gelofte 33).

 

Namo Amida Bu               Dank u wel.

Dharmavidya                    David

 

 

Geplaatst door Tineke Osterloh op 30 oktober 2020 en vertaald in het Nederlands door Vajrapala

 

You need to be a member of David Brazier at La Ville au Roi (Eleusis) to add comments!

Join David Brazier at La Ville au Roi (Eleusis)

Email me when people reply –