In het zuiverland van Amitabha, Amida Boeddha, zijn alle wezens ofwel shravaka's ofwel bodhisattvas.

Shravaka - het woord betekent letterlijk een luisteraar of een hoorder - shravaka's zijn degenen die de Boeddha horen, die de roep van de Boeddha horen en die diep ontroerd en verrukt zijn en die de roep van de Boeddha verder willen blijven horen. Het woord wordt vaak vertaald als een discipel. De shravaka's zijn degenen die er genoegen mee nemen om beoefenaars van het geloof te zijn. Leden van Amida Shu zijn shravaka's. Ze zullen naar het zuiverland gaan.

Bodhisattva's zijn zij die horen dat de Boeddha roept en erdoor geïnspireerd worden om verder te gaan en andere wezens te helpen en te redden.

Dus, deze twee, shravaka's en bodhisattva's, zijn de twee belangrijkste manieren om het boeddhisme te beoefenen.

Ik zal wat meer zeggen over bodhisattva's. Het idee van een bodhisattva: bodhi betekent de juiste visie, de verlichte visie. In die zin kun je dus zeggen dat de bodhisattva iemand is die zich laat inspireren door de visie. Sattva betekent een wezen, maar vooral een wezen in de zin van de geest van een persoon. Dit zijn dus temperamentvolle mensen - mensen met moed, mensen met geloof - die geïnspireerd zijn door de visie van de Boeddha; en ze willen het doorgeven, ze willen het aan anderen geven.

Bodhisattva's zijn onvermijdelijk op weg om zelf boeddha's te worden. Het kan lang duren, vele levens, maar omdat het zaad van het geloof is geplant, zal het groeien en groeien en het zal zijn wortels verspreiden en het zal scheuten omhoog zenden, het zal geleidelijk aan hun leven overnemen.

Omdat de bodhisattva in principe een onbaatzuchtige houding heeft, worden ze welbespraakt, ze worden bekwaam in het overbrengen van de Dharma op een manier die aangepast is aan de mensen die ze dienen.

Bodhisattva's hebben een grote veelzijdigheid. In de ‘Gids voor de Bodhisattva’s Levenswijze’ van Sjantideva spreekt hij over hoe een bodhisattva bereid is om alles te zijn, om wat dan ook te zijn, wat een persoon ook maar nodig heeft, "Ik zal dat voor hen zijn," zegt hij; en in deze betekenis betekent het wat ze nodig hebben om vooruitgang te boeken op het spirituele pad, om hun geloof te vinden en te verdiepen.

Bodhisattva's dienen ontelbare boeddha's. Er zijn overal boeddha's en bodhisattva's dienen hen. Bodhisattva's helpen iedereen die de intentie heeft om het streven van de Boeddha te vervullen. Ze zijn dus een grote hulp voor degenen die de Dharma onderwijzen, voor de Boeddha's in alle werelden. Dit is het offer dat ze maken.

Er wordt gezegd dat bodhisattva's de andere kant hebben bereikt. De andere oever, pâramitâ, is een ommekeer, een ommekeer van houding. We kunnen eenvoudige vrijgevigheid (dāna) hebben of we kunnen dāna pâramitâ hebben. Dāna pâramitâ is de vrijgevigheid van de bodhisattva. Het is de vrijgevigheid van het gezichtspunt van een persoon die geen verdienste voor zichzelf maakt, maar eenvoudigweg zo ondergedompeld is in de weg van de Boeddha dat vrijgevigheid voor hem of haar volkomen natuurlijk is. Ze hebben het gevoel dat er geen gever en geen gave is, omdat het gewoon volkomen natuurlijk is. Dit is pâramitâ.

Dus, shravaka's en bodhisattva's gaan naar het ZuiverLand.

Namo Amida Bu

Dank u wel.

Dharmavidya

David

Geplaatst door Tineke Osterloh op 15 september 2020 en vertaald in het Nederlands door Vajrapala

You need to be a member of David Brazier at La Ville au Roi (Eleusis) to add comments!

Join David Brazier at La Ville au Roi (Eleusis)

Email me when people reply –