Vraag: Ik ben dit weekend op een manifestatie geweest onder leiding van een leraar in Tibetaans boeddhisme. De leraar leerde ons over de vier onmetelijken : liefdevolle vriendelijkheid, mededogen, sympathieke vreugde en gelijkmoedigheid. Ze gaf ook les in tonglen en lojong mind training. Ik vond sommige van de meditaties erg ontroerend. Zijn deze nuttige hulppraktijken voor Zuiverland-boeddhisten of moeten we ons uitsluitend concentreren op de nembutsu zoals Honen en Shinran?
Kort antwoord: ja, ze kunnen nuttig zijn.
Langer antwoord: Elke school van het boeddhisme richt haar onderwijs op een bepaald perspectief op de Dharma, maar dit zijn als vensters die allemaal in die ene grote Dharmazaal kijken. Als iemands school Zuiverland is, dan is "de nembutsu een venster waardoor het hele universum van Boeddha's leer in al zijn diepten kan worden waargenomen". Als men Zen zou zijn, dan zou zazen het venster zijn. Als men Nichiren was, dan zou de Lotus Soetra het venster zijn, enzovoort. Kies eerst een venster! Als je voor nembutsu hebt gekozen, dan worden andere praktijken daarbij ondersteunend. Tonglen gaat over het uitwisselen van zelf en ander en alle geesttraining van het Tibetaanse systeem gaat over het verbeteren van iemands vermogen tot compassie. In Zuiverland zien we een dergelijk versterkt vermogen niet als een weg naar verlichting, maar als de uitdrukking van het geloof dat in de wereld wordt toegepast. Als men geloof heeft, dan wil men betrokken zijn bij het Grote Werk van de Boeddha, dus kunnen alle mogelijke verbeterde vermogens nuttig zijn. Dus, voor ons, zou dit een hulppraktijk zijn.
In tonglen geeft men zijn verdiensten weg en neemt men het lijden van anderen op zich. Dit lijkt erg op het Zuiverland-idee van de overdracht van verdienste. Amida neemt ons lijden en draagt verdienste over aan ons. Onze eigen kleine voorraad van verdienste is dan niet nodig, dus geven we dat weg. We dragen het over. Zo "zijn we toegewijd aan de praktijk dat allen het Land van Zaligheid mogen binnengaan".
Replies