Vraag: "Boeddhisme is het geloof dat wezens verlicht kunnen worden. Arhants en Boeddha’s bestaan.". Hoe kunnen we dat echt weten? Ik weet niet of ik ooit een Arhant of een Boeddha heb ontmoet. En zo ja, ben ik in de mogelijkheid om hen zelfs te herkennen?
Kort antwoord: zien is geloven.
Langer antwoord: De boeddhistische beweging begon en werd gepropageerd door mensen die een Boeddha hadden ontmoet die Shakyamuni heette. De hele traditie is een transmissie van dit specifieke charisma. De waarheden onderwezen door de Boeddha's zijn universeel en altijd waar, of er nu een Boeddha verschijnt om ons dit aan te leren of niet, maar het oprichten van een echte traditie hangt af van het verschijnen van een Boeddha. Daarom is het bewijs dat er echt een Boeddha is verschenen, het bestaan van deze opmerkelijke traditie die de Dharma doorheen 85 generaties naar de moderne tijd heeft overgedragen.
"Ik heb echte heiligen ontmoet, en dat is goed genoeg voor mij."
Toen Dogen naar China ging, kwam hij geïnspireerd terug omdat hij een leraar had ontmoet die hij later 'de oude Boeddha' noemde. Mijn eigen leraar, Kennett Roshi, zou zeggen dat ze, toen ze naar Japan ging, goede praktijken zag en een aantal vreselijke praktijken zag, maar onderweg, "Ik ontmoette een aantal ware heiligen, en dat is goed genoeg voor mij."
Mensen voelen zich allereerst aangetrokken tot het boeddhisme omdat ze boeddhisten zien als mensen die iets hebben dat hen inspireert, bevrijdt en aanmoedigt. Ik ken mensen die, vanwege hun westerse opvoeding, zeer sceptisch staan tegenover een groot deel van de boeddhistische doctrine en toch deelnemen aan boeddhistische evenementen omdat ze boeddhisten hebben ontmoet die iets hebben dat ze zichzelf toewensen: geluk, innerlijke kracht en rust.
Geloof is in het boeddhisme niet tegengesteld aan ervaring. Het is gebaseerd op een fundament van ervaring. Zien is geloven. De Boeddha ging op pad om een groep van mensen te creëren die een licht zou zijn in de wereld. Hun invloed zou de wereld vrede, mededogen en wijsheid brengen. Natuurlijk kan niet iedereen die zich aan het boeddhisme toevertrouwt onmiddellijk dit ideaal volledig leven. Niettemin ontmoette ik veel grote meesters en grote zielen. Ik was het niet eens met alles wat ze zeiden, maar ik voelde de kwaliteit van de inspiratie - het charisma van de Boeddha - in hun aderen stromen. Het is dit levende geloof dat telt, niet de instemming met intellectuele beweringen.
Als ik Chögyam Trungpa, Kennett Roshi, Ato Rinpoche, Thich Nhat Hanh, Minh Chao, Saiko Sensei en anderen niet had ontmoet, dan zou ik het boeddhisme alleen maar als een interessante theorie uit de boeken kennen. Het boeddhisme is een levende overdracht. Al die grote figuren die de Nobele Weg in samsara leven, zijn echter verlichte wezens in die mate dat ze de Dharmakaya leven. Hun bestaan leidt ons naar de onvermijdelijke intuïtie dat de Boeddha dit universum en alle mogelijke universums vasthoudt - de kosmische Boeddha - als je wilt. Elke grote Nirmanakaya-ziel is anders, heeft een ander karakter en een andere upaya omdat we hier in een geconditioneerde wereld leven te midden van allerlei verschillende omstandigheden, maar allen zijn deel van hetzelfde werk.
Eén Boeddha vereren is ze allemaal vereren.
Replies