Vraag: Als iedereen even zeker is van zijn plaats in een Zuiver Land, ontmoedigt dit dan niet die mensen die pogingen doen om zich nobel te gedragen (bijvoorbeeld via het Edele Achtvoudige Pad)? Hoe verhoudt dit zich tot de leer van de Boeddha in de Vier Edele Waarheden?
Kort antwoord: het Achtvoudige Pad is een natuurlijk resultaat van waarachtig geloof en niemand betreedt het Zuivere Land zonder geloof.
Langer antwoord: In het Westen zijn we gewend aan het soort religie waarin de reden om goed te doen is, om een beloning in de hemel te ontvangen. In Zuiverland wordt ons echter verteld dat de hemel juist bedoeld is voor mensen die niet volmaakt zijn. Het wordt niet gepresenteerd als een wortel om goed gedrag te induceren.
De enige reden om goede dingen te doen is dat ze goede resultaten hebben. Dat is waarom ze "goed" worden genoemd. Indien we alleen goed doen om een goddelijk figuur te plezieren, blijven we kinderen, niet in staat om ons eigen oordeel te vellen. De boeddha's willen ons niet in een kinderlijke toestand houden. Ze willen ons helpen op te groeien. Wanneer we dat doen, zien we dat enerzijds de boeddha's dicht bij de hand zijn, maar anderzijds zijn we echt alleen. We maken onze eigen oordelen. Wat het mededogen van de Boeddha's geeft, is een grote ruimtelijkheid. Als we die ruimte beschouwen, geven we op natuurlijke wijze plaats aan anderen.
"Wat de compassie van de Boeddha's geeft, is een enorme ruimtelijkheid".
Naar mijn mening is het Achtvoudige pad een beschrijving van het leven van een verlichte persoon. In ander-kracht-spiritualiteit hebben we vertrouwen in de reddende genade van zulke mensen. Hoe meer geloof we hebben, hoe meer ons leven op vanzelfsprekende wijze onder hun invloed en inspiratie komt en ook op natuurlijke wijze het Achtvoudige pad benadert.
Het idee dat het Achtvoudige pad een manier is om tot verlichting te komen, is echter een vergissing. De Boeddha werd geen Boeddha door het Achtvoudige pad te volgen. Hij ontdekte het Achtvoudige pad door verlicht te worden. Het achtvoudige pad is een uitkomst, geen middel. We hebben niet het vermogen om het Achtvoudig Pad te volgen door zelfsturing. De acties van verwarde wezens zijn verward.
Het juiste begrip van de Vier Waarheden is als volgt. Ze worden correct genoemd als Vier Waarheden voor Edele personen.
- Dukkha is een waarheid voor nobele mensen. Dit betekent dat nobele mensen niet vrij zijn van dukkha. Edele mensen zijn nobel juist omdat ze dukkha accepteren en onder ogen zien in de plaats van ervoor weg te rennen.
- Dukkha-Samudaya is een waarheid voor nobelen. Dit betekent dat voor nobele mensen de dingen (emoties, gedachten, impulsen, etc.) opkomen. Voor gewone wezens leidt dit naar afleidend, escapistisch, egocentrisch of zelfdestructief gedrag. Voor de niet-spirituele persoon is dukkha-samudaya dus de oorzaak van meer dukkha. Maar nobele mensen zijn in staat zich hiervan af te haken en de emoties anders aan te pakken.
- Dukkha-Samudaya-Nirodha is een waarheid voor nobele mensen. Dit betekent dat nobele personen in staat zijn om te gaan met de emoties die opkomen. Ze kunnen dit doen omdat ze vertrouwen hebben en dus niet in paniek raken. Ze vertrouwen erop dat alles goed is.
- Marga is een waarheid voor nobele mensen. Marga is het achtvoudige pad. Dit betekent dat de uitkomst van de bovenstaande drie stappen is dat nobele mensen op het pad zijn.
Het juiste begrip van het betreden van het Zuivere Land is als volgt. Elke Boeddha heeft een "Boeddha-veld" of "Zuiver Land". Dit is het invloed-veld van grote-verdienste rond die Boeddha, net als het magnetisch veld rond een magneet. Wanneer we zo'n veld betreden, worden we ook gemagnetiseerd. We worden kleine magneten. Om zo'n veld te betreden, moeten we ons richten op een Boeddha. De Boeddha die het meest accepterend is, is Amida. Dit komt door de aard van de geloften die hij heeft gedaan. Daarom wenden Zuiverland-boeddhisten zich tot Amida en hebben vertrouwen in zijn reddende kracht en betreden daarom zijn veld. Allen die dat doen zullen uiteindelijk als vanzelfsprekend op het Achtvoudige pad zijn. Er is niets ontmoedigend aan het binnengaan van het Boeddha veld van Amida Tathagata.
Het is een vergissing om te veronderstellen dat het doel van religie is om mensen te laten voldoen aan een specifieke gedragsnorm. Dit soort ideeën plaatst de wagen voor het paard. De Boeddha zegt dat goed gedrag misschien wel is, wat een externe waarnemer voor het eerst merkt bij een spirituele beoefenaar, maar wat achter dat gedrag zit, is een geesteshouding, een oriëntatie van z’n gevoel, een dieper geloof en wijsheid.
Gedrag is een uitkomst en een symptoom van diepere veranderingen. Strikt genomen is het een bijkomstigheid van spiritueel ontwaken.
Met het lichaam
komen veel problemen,
daar is niets onnatuurlijks in.
Maar met de moeilijkheden
komt een opening
naar het Land van Gelukzaligheid.
Vertaald door Vajrapala, mei 2018
Replies