Kwaadaardige wezens in het Zuivere Land

Vraag:  Ik heb onlangs een tv-programma gezien dat een verkrachting in beeld bracht. Het raakte me echt en één ding dat me getroffen heeft was, "Hoe zou het zijn voor iemand die in het Zuivere Land gelooft, te bedenken dat de dader van geweld tegen hem of haar ook het Zuivere Land zou kunnen binnengaan?" Het is moeilijk om je voor te stellen, dat men enig gevoel van genot of van veiligheid kan voelen, als men zich op dezelfde plaats of in hetzelfde rijk als z’n aanvaller bevindt, maar ervaren we de dingen anders na de dood of wanneer we in het Zuiver Land zijn? Hebben we in het Zuivere Land zelfs een lichaam om ons zorgen over te maken of om te beschermen? Als u in reactie hierop gedachten heeft die dit probleem misschien kunnen helpen verhelderen, aarzel niet om ze te delen alstublieft.

Kort antwoord:  Het geloof geneest

Langer antwoord:  Religie geneest. Het Christendom zegt te vergeven, Boeddha zegt los te laten. In de Dhammapada zegt hij:

"Hij heeft me misbruikt, hij heeft me verslagen, hij heeft me bedrogen, hij heeft me beroofd ...   bij diegene die zulke gedachten koestert, houdt haat nooit op. Hij misbruikte me, hij versloeg me, hij bedroog me, hij beroofde me ..... bij diegene die dergelijke gedachten niet koestert, houdt haat op te bestaan. Haat houdt niet op door haat, alleen liefde kan hem stoppen.”

Haat is heel nauw verbonden met angst. Wat we vrezen willen we uitsluiten, vermijden of vernietigen en dit is afkeer en één aspect van Dukkha. Het is een zeer centraal onderdeel van het boeddhisme, dat we leren hoe dergelijke gevoelens kunnen worden getransformeerd in het verlichte pad.

Natuurlijk zijn we hier niet per se goed in. Hoe graag ik ook een ideale boeddhist wil zijn, ik kan nog steeds angst voelen opwellen, kan voelen hoe de temperatuur van mijn bloed stijgt en hoe mijn spieren zich spannen wanneer de persoon of het ding dat ik vrees, nadert of niet kan worden vermeden. Op dat moment merk ik dat ons Zuiverland-geloof me heel erg helpt. Het helpt me te beseffen dat ik niet alles onder controle heb. Hoewel ik wil dat er iets anders in mij gebeurt, kan ik dit niet waar maken. Aan de ene kant, brengt dit me tot het besef dat ik precies het soort schepsel ben dat Amida redt. Aan de andere kant stelt het me in staat te beseffen dat de persoon of het ding waar ik bang voor ben zichzelf ook niet volledig beheerst. Dit kan me eventueel in staat stellen tot een beter begrip van de ander te komen, wat mijn manier van doen enigszins kan veranderen.

"We zullen helen en dit zal ook gelden voor de anderen"

Het is verstandig om te vermijden om in de buurt van gevaar te zijn. De tijger is niet slecht omdat hij me wil opeten, maar het is nog steeds een goed advies hem uit de weg te gaan als hij honger heeft. Een Zuiver Land is een rijk waar de intentie van Boeddha de overhand heeft. Ik kan er dus op vertrouwen dat er, hoewel er daar kwaadaardige mensen zijn, ik er geen schade zal lijden en dat genezing zal plaatsvinden. We gaan allemaal het Zuivere Land binnen met harten en geesten die in wisselende mate corrupt zijn en we vertrouwen erop dat we daar, in de nabijheid van de Boeddha en bodhisattva's zullen genezen en dit zal ook waar zijn voor anderen. In zoverre we mededogen en medegevoel vinden voor anderen, zal dit proces sneller kunnen gaan.

Degenen die het Zuivere Land vol hebzucht, haat en begoocheling binnengaan, hebben niet onmiddellijk zicht op de grote Bodhiboom en op de Boeddha in het midden van het land. Ze komen binnen in een gesloten lotusbloem omdat ze tot nu toe de helderheid van het Boeddha-licht niet konden verdragen. In hun lotuskamer leren ze liefde, mededogen, vreugde en gelijkmoedigheid. Wanneer ze dat hebben gedaan, zelfs al zou het honderd jaar duren, opent de lotus zich vanzelf en blijkt dan dat zij zich bevinden in een grote vijver met allemaal andere lotussen, waarvan sommige open zijn en sommige nog gesloten. Na verloop van tijd zijn ze in staat om aan land te gaan en zich bij de andere wezens te voegen die van dat land genieten en om binnen te dringen in de volledige aanwezigheid van de Boeddha.

Ik denk dat we waarschijnlijk kunnen inzien dat de lotus die gesloten blijft, geen straf is maar een bescherming. We kunnen het licht van Boeddha niet benaderen tot we er klaar voor zijn. We hebben tijd nodig om te genezen en te groeien in geloof en vertrouwen voordat zo'n wonder zich voor ons kan ontvouwen; voordat we kunnen deelnemen.

You need to be a member of David Brazier at La Ville au Roi (Eleusis) to add comments!

Join David Brazier at La Ville au Roi (Eleusis)

Email me when people reply –