Shan Tao heeft het over De Drie Geesten - Oprechte geest, Diepe Geest en Een geest die verdiensten transfereert voor Ojo. Ojo betekent geboorte in de aanwezigheid van Boeddha. Door de christelijke associatie zou men kunnen terugdeinzen voor het idee een "wedergeboren boeddhist" te zijn, maar alle ware spirituele paden gaan, op de een of andere manier, over wedergeboorte.
SINCERITEIT
Een oprechte geest betekent een goed hart en een sterk geloof in de praktijk. Dit is veel zeldzamer dan men zich in eerste instantie zou kunnen voorstellen, en om de reden dat we sociale wezens zijn. Honen zegt: "Er is geen grotere vijand in ons bereiken van Ojo dan onze medemensen. Het is door de aanwezigheid van anderen dat in ons hart ijdelheid ontwaakt, en zo falen we". Wat de praktijk ook is - nembutsu, zazen, sadhana, prostraties, wat dan ook - we hebben de neiging om gemengde motieven te hebben om het te doen en veel van deze motieven zijn verbonden met het beeld dat we van onszelf hebben met betrekking tot de anderen. Aan de ene kant kan men alleen mededogen beoefenen door in de wereld te zijn, en zelfs als men geen mededogen beoefent, kan men niet leven zonder enige interpersoonlijke steun. Aan de andere kant, zodra men zich met anderen bezighoudt, ontstaan er problemen en is men al snel verwikkeld in allerlei complicaties. Een werkelijk oprechte geest is een soort totale alleenheid ("ekagata"), zelfs in het bijzijn van anderen.
EENVOUDIGER IS DIEPER
Een diepe of diepgaande geest betekent dat iemands beoefening puur een zaak is tussen zichzelf en de Boeddha's. Het is niet voor de show, noch voor enige vorm van wereldse verwezenlijking. Wanneer men nadenkt over een oprechte geest, beseft men dat er vele niveaus zijn. Men kan een zekere oprechtheid bereiken, maar daaronder is er iets anders aan de hand. Soms probeert men zich steeds verder te verdiepen in een poging om zich te zuiveren van onoprechtheid en deze zelfanalyse kan behoorlijk ingewikkeld worden. De meest oprechte geest is echter de meest eenvoudige. De myokonin heeft impliciet een diepe geest, simpelweg omdat hij of zij de zaak niet ingewikkelder maakt. Dit is vergelijkbaar met wat Dogen zegt over "Het boeddhisme bestuderen is het zelf bestuderen en het zelf bestuderen is het zelf vergeten". Als we onszelf vergeten, wordt alles Boeddha.
TOEWIJDING
De geest die verdienste transfereert betekent dat het spirituele pad, dat culmineert in Ojo, de hele reden is. Dit betekent, bijvoorbeeld, dat men geen aanspraak maakt op krediet voor goede daden, maar welke verdienste er ook is, die wordt eenvoudigweg aan anderen overgebracht of toegeschreven. Dit is gewoon een deel van de weg. Dit betekent niet dat men niet gelukkig kan zijn over goede dingen. Het effect van het niet claimen is dat op deze weg de extatische vreugde soms gewoonweg overweldigend kan zijn. Soms is dit een reactie op iets goeds dat is gebeurd, maar vaak lijkt het geen enkele trigger te hebben. Je zou kunnen zeggen dat het de vreugde is van te leven en op het pad te zijn, maar er zijn echt geen woorden die recht doen aan dit alles. Het is een gevoel van alles weg te geven - ik geef mijn leven, en dat is alles. Als dat alles is, is de vreugde grenzeloos. Als we toegewijd zijn aan de praktijk kan iedereen genieten van deze grenzeloze gelukzaligheid.
AANVAARDING IS DE BASIS VAN MEDEDOGEN.
Als we teruggaan naar het citaat van Honen - "er is geen grotere vijand in ons bereiken van Ojo dan onze medemensen. Het is door de aanwezigheid van anderen dat de ijdelheid in ons hart wordt gewekt, en dus falen we" - we zullen zien dat onze medemensen vijanden worden, omdat we hen op een of andere manier ontmoeten op een manier die in zekere mate instrumenteel is. We beseffen niet volledig dat zij net zo'n mensenleven leiden als wij. Als we ons zorgen maken over "onze ijdelheid" willen we de ander op de een of andere manier manipuleren - indruk maken, verslaan, overtreffen, bezitten, afweren, hervormen, verleiden, bekeren, wat dan ook - en dit schiet te kort als het gaat om het diep respect voor de levende realiteit van de ander. Paradoxaal genoeg kan men alleen zo'n respect hebben als men geen behoefte heeft. De sleutel tot de Drie Geesten is dus een grote acceptatie en de bijbehorende natuurlijke nederigheid. Daarom benadrukken we het bombu-karakter van de volgeling. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje. We kunnen in onszelf onze eigen hebzucht, haat en waanideeën herkennen en wanneer we dat oprecht en diep doen, worden ze de poort naar Ojo en naar het ware mededogen.
David Brazier, 15 november 2019, vertaald in het Nederlands door Vajrapala
Replies