TEKST: zich bevrijden van gesofisticeerdheid en gehechtheid aan alle vormen van scherpzinnigheid,
COMMENTAAR
Gesofisticeerdheid
De term gesofisticeerdheid heeft een aantal verwante betekenissen, waarvan de meeste pejoratief zijn. De geschiedenis van het woord ligt in de klassieke wereld van Griekenland en Rome. Oorspronkelijk was een sofist een persoon die bedreven was in wereldse kennis, en hierdoor werd het een persoon die zulke kennis verkocht, en zulke mensen werden bekend als degenen die vaak valse of al te slimme argumenten gebruikten om iets waar te laten lijken, terwijl dat in feite niet zo was. Zo werd de betekenis van deze term op den duur dat men zich als overdreven slim voordeed. Er is ook een positief gebruik van de term, zoals als men zou zeggen dat Einsteins theorie gesofisticeerder was dan die van Newton, waar men eenvoudigweg bedoelde dat het rekening hield met meer subtiele informatie. De verwijzing hier in ‘De Samenvatting’ slaat op het geval dat men verstrikt raakt in ideeën en argumenten die indrukwekkend klinken maar min of meer betekenisloos zijn. Het boeddhisme bevat heel wat filosofie en in de loop van de boeddhistische geschiedenis zijn er veel verschillende scholen van filosofisch boeddhisme geweest.
Theorieën
Als je de boeddhistische werken leest, is het relatief gemakkelijk om de indruk te krijgen dat het nodig is om de juiste theorie over de Boeddha-natuur of de leegte of causaliteit of iets dergelijks te vinden en volledig te begrijpen. Zo was er bijvoorbeeld op een bepaald moment een uitgebreid debat over de vraag wat we de atomen van de tijd zouden kunnen noemen - wat is de kleinst denkbare duur? Bestaat het leven uit zulke tijddeeltjes? Dit had te maken met het idee van een "denk-moment" en met theorieën over wat er in meditatie en in het dagelijks leven gebeurt en hoe elk denk-moment zich verhoudt tot het volgende. Is verlichting een kwestie van één perfect gedachte-moment? Als je in het ene gedachte-moment verlicht bent, ben je dan noodzakelijkerwijs verlicht in het volgende gedachte-moment? .... en zo verder. Dit had ook relevantie voor de theorieën over wedergeboorte, of van het ene leven naar het andere of van gedachte-moment tot gedachte-moment, en is dat hetzelfde of is het iets anders? Dan was er een grote controverse over de vraag of het verleden, het heden en de toekomst allemaal bestaan, of alleen het heden bestaat, of geen van beiden bestaan, en zo verder. Dit debat gaat door tot op de dag van vandaag. Bekijk een mindfulness-programma en u zult waarschijnlijk ergens vooraan de stelling lezen dat alleen het huidige moment bestaat. De All-exist School (Sarvastivada) was echter lange tijd de dominante boeddhistische vorm en hoewel deze school zelf niet langer bestaat (tenzij hun stelling juist was, in welk geval de school nog steeds bestaat omdat ze ooit heeft bestaan) oefent Sarvastivadan nog steeds enige invloed uit. Alle Mahayanascholen van het Boeddhisme hebben Sarvastivada meesters uit die tijd bij hun afstammelingen en de gedachtegang van, bijvoorbeeld, Zen Meester Dogen toont duidelijke sporen van de Sarvastivada gedachte. Hedendaags boeddhisme is veel bezig met ideeën over (a) non-dualiteit en (b) onderlinge afhankelijkheid, en als men veel hedendaagse boeddhistische geschriften leest zou men al snel het idee krijgen dat zolang je de juiste standpunten hebt over deze zaken, je een echte boeddhist bent en zo niet, niet. Helaas reken ik mezelf als ketter op dit vlak.
Zich bevrijden
Het punt hier is om zich te "bevrijden". Dit betekent niet dat men deze theorieën moet verwerpen. Het verschil tussen vrijheid en slavernij met betrekking tot dit soort zaken ligt in de vraag of je ze gebruikt of dat zij jou gebruiken. Als men een slaaf van bepaalde ideeën is, dan heeft men zijn vrijheid opgegeven en een test daarvan is - tot op zekere hoogte - de luidruchtige wijze waarop men zijn standpunt zal verdedigen en de bereidheid die men heeft om anderen op een open manier te aanhoren. Natuurlijk stelt men soms vast, als men naar een ander luistert, dat die persoon in deze zin een "slaaf" is en men wil niet in die slavernij worden meegesleept, maar als we de sutra's lezen, zien we dat Boeddha aandachtig luisterde naar de argumenten die door voorstanders van andere scholen naar voor werden gebracht, ook al heeft hij ze daarna weerlegd of een alternatief perspectief geboden, of een "edele stilte" bewaard.
Het verborgen hart
De wijsheid van het boeddhisme is in wezen die van het indringen voorbij het oppervlakkige voorkomen, terwijl gesofisticeerdheid meestal gaat over het verfraaien van het uiterlijk om het meer bestendig te maken. Een dergelijke zelf verfraaiing is een overlevingsstrategie en zeer begrijpelijk gezien de heersende wind. Het is echter ook een versluiering. We moeten de dekmantels van mensen niet tegen hen gebruiken - we zitten allemaal in hetzelfde schuitje - maar we proberen het tedere hart te bereiken dat erin is verborgen.
Meer dan één weg
We kunnen ons dan afvragen wat de functie is van theorie in het boeddhisme? Is het belangrijk om "afhankelijk ontstaan", "de vier waarheden voor nobelen", "de drie (of vier) kenmerken van het bestaan", "de skanda's", enz. te begrijpen? Het antwoord moet ja en nee zijn. Zijn ze nuttig, ja. Zijn ze essentieel, nee. De Boeddha heeft gezegd dat ze zijn als een vinger die naar de maan wijst of als een vlot om de rivier over te steken. Zij zijn niet de essentiële materie, hoewel ze nuttig kunnen zijn. Zij zijn ook niet de enige weg.
Als we dit laatste punt eenmaal begrijpen, voelen we ons niet zo wanhopig meer geneigd om anderen ervan te overtuigen dat onze weg de juiste en enige weg is. De neiging om zo te denken is wat de vernieling van vele religies en de oorzaak van eindeloze onverdraagzaamheid is geweest. Vanuit het perspectief van Zuiverland kunnen we zeggen dat er evenveel manieren zijn als Boeddha's en dat er ontelbare Boeddha's zijn. Bovendien, aangezien we nog geen Boeddha's zijn, heeft het geen zin om te proberen ons in een concurrentieslag te positioneren.
We kunnen dit omdraaien door zelf aan te voelen dat het essentiële punt heel eenvoudig is, ook al ligt het meestal buiten ons bereik. We hebben allemaal een intuïtie van onvoorwaardelijke liefde, bijvoorbeeld, maar als we nadenken over de liefde die we in het leven hebben gegeven en ontvangen, dan blijft deze meestal ver hierbij vandaan. We kunnen een aantal theorieën ontwikkelen over hoe we dichter bij dit gezegende ideaal kunnen komen, maar het blijft als de poolster, een goede leidraad die we echter nooit echt zullen bereiken. Of we kunnen de analogie van een berg gebruiken. Als het doel de top van de berg is, zal een persoon ten oosten van de berg een heel ander idee hebben van de beste route dan een andere persoon die aan de westkant begint. Als deze twee elkaar telefonisch zouden ontmoeten, zouden ze voor altijd ruzie kunnen maken en bewijs kunnen verzamelen, zichzelf overtuigend, over de juistheid van hun idee, maar dit zou hun expedities alleen maar vertragen.
Dit alles betekent niet dat het bestuderen van ideeën volstrekt dwaas en zinloos is, alleen dat een dergelijke activiteit secundair is. Het is interessant, maar niet essentieel. Het kan helpen. Het kan het geloof en de praktijk ondersteunen, maar het kan, net als in de bergbeklimmingsanalogie, ook in de weg staan. Als het in de weg staat, gebruikt het ons. Wanneer het een hulpmiddel is, gebruiken wij het. Het laatste is vrijheid, dat daarvoor is slavernij.
Poseren
Gesofisticeerdheid is niet geheel en al een kwestie van ideeën en intellect. Het verwijst ook naar het zich aanstellen. Er is een groot probleem in de religieuze wereld - en het boeddhisme is geen uitzondering - met betrekking tot het doen alsof. Als idealen worden ontwikkeld, dan proberen mensen zich voor te doen alsof ze die beheersen, terwijl dit in werkelijkheid alleen maar heel oppervlakkig het geval is. Er is het Chinese verhaal van de man die ten zuiden van de grote Yangtse-rivier woont en die een verslag over de vooruitgang in zijn praktijk stuurde naar een beroemde Dharma-meester die les gaf in een klooster ten noorden van de rivier. Dit rapport bevatte de verklaring dat hij, de beoefenaar, nu het stadium had bereikt waarin "hij onberoerd was door de winden van de vier windrichtingen". Dit is een fantasievolle (verfijnde) Chinese manier om te zeggen dat hij een volledige meester van gelijkmoedigheid was geworden, onberoerd door winst en verlies, roem of schande, enz. Even later kreeg hij een antwoord van de meester. Op het perkament stond twee keer een Chinees karakter geschreven. Er stond: "scheet, scheet". De beoefenaar was verontrust door deze boodschap en haastte zich naar het klooster om uitleg te vragen. "Wat is de betekenis hiervan?' vroeg hij toen hij uiteindelijk een gesprek met de meester kreeg. De meester antwoordde: "Ik dacht dat je zei dat je onberoerd was door alle vier de winden, maar nu hebben twee kleine scheten je recht de rivier over geblazen. Ik stel voor dat je deze zaak goed overdenkt."
"Vooruitgang"
Het is niet makkelijk om de geestelijke vooruitgang van zichzelf of van anderen te beoordelen. Is die persoon werkelijk nederig of doet hij zich als zodanig voor? Is de schaamteloosheid van deze persoon een uitdrukking van onschuldige spontaniteit of van een onverdraaglijke zelfspot? Is degene die al zijn tijd in meditatie doorbrengt, diep heilig of gewoon werklustig? Is degene die standvastig aan de voeten van de meester zit, een echte shravaka of gewoon verloren in een romantische fantasie? En kan men zelf het verschil wel zien? Niet altijd. De geest is een valsspeler. Daarom is deze zin in de tekst - zich bevrijden van gesofisticeerdheid en gehechtheid aan alle vormen van scherpzinnigheid - een gebed en geen gebod. We hopen van harte dat we dat kunnen zijn, maar we zijn niet in staat om het te forceren. We moeten vertrouwen op een andere kracht om ons schoon te wassen, anders recyclen we alleen maar ons eigen vuil. We willen vrij zijn. We bidden om hulp. Tot op zekere hoogte kunnen we onze eigen toestand, onze eigen slavernij, herkennen en dat is een goed begin.
Dharmavidya's commentaar hier vertaald in het nederlands door Vajrapala
Replies