Op mijn land liggen veel stenen. Sterker nog, het hele land bestaat min of meer uit stenen. Ik woon op een kleine kalksteenheuvel.

Toen ik hier voor het eerst kwam, was er nauwelijks grond. Om te tuinieren moest je veel, heel veel stenen weghalen. Amerikanen zouden ze rotsen noemen, en sommige waren zelfs zo groot dat Engelsen ze ook rotsen zouden noemen: platen kalksteen, meer dan een meter lang, vaak zwaarder dan ik in mijn eentje kon tillen. Ik moest technieken leren om ze uit de grond te krijgen. Waar je ook groef: Toujours des pierres! Dat betekende dat ik veel stenen had toen ik het land langzamerhand ontwikkelde. De grond is nu diep genoeg om wortelen te verbouwen.

Ik moest enorme hoeveelheden steen weghalen. Wat doe je met al die stenen? Eén ding dat je kunt doen is muren bouwen. Stenen vormen muren. Dus ik stapelde stenen op elkaar en maakte muren.

Nou, om te beginnen, was ik er niet erg goed in. De muren waren een beetje krakkemikkig. Wat je intuïtief bedenkt, werkt niet erg goed. Je denkt: "Oh, ik leg een grote steen daar beneden, dat zal een goede fundering zijn." Fout nummer één. Zo, gaat het verder. Na een tijdje leer je het met vallen en opstaan. Je bouwt iets, je leunt er op, het valt om. Je denkt: "Oh, nou, wat was dat?"

Langzaam leer je de techniek. Je leert wat een steen is die geschikt is voor de buitenkant van de muur en wat een steen is die geschikt is voor de binnenkant van de muur. Hoe passen ze in elkaar? Wat zijn de beste vormen? Waar zet je de grote stenen; waar zet je de kleine; wat heb je nodig voor de bovenkant enzovoort. In het begin is dat een hele denkoefening en een doelbewuste inspanning, maar geleidelijk aan krijg je er gevoel voor. Geleidelijk aan heb je er feeling mee.

Onlangs nog heb ik een nieuwe muur van natuursteen om een deel van mijn tuin gebouwd. Eerst graaf je een kleine fundering en dan begin je stenen te leggen, en je moet - uiteraard - een heleboel stenen op één plaats verzamelen, zodat je kunt uitkiezen wat de volgende steen is.

Als je er eenmaal aan begint, is het alsof je in een soort trance bent. Het is niet zo dat je een berekening maakt of dat je een steen neemt en dat je dan de muur op en neer slentert en precies de juiste plaats kiest, en je doet ook geen metingen - zeker niet - maar op de een of andere manier pak je een steen op en die steen lijkt te weten waar hij thuishoort. En daar gaat ie! Wow, eigenlijk past hij daar! Maar hoe is dat gebeurd? Dus het bouwen van de muur wordt een soort instinctieve activiteit. Dat betekent dat je het in een behoorlijk tempo kunt doen. Als je de fundering gegraven hebt, leg je er steen - steen - steen - steen in. Ze gaan allemaal op hun plaats.

Af en toe maak je een fout. De kat komt en helpt me. Ze loopt mee - als ze op een steen loopt en het wiebelt, is het de verkeerde plaats, maar, grotendeels, komen ze gewoon op hun plek, net als een tweede natuur. De stenen weten waar ze moeten zijn en er is een juiste plaats in de muur voor elke steen. Is dat niet verbazingwekkend?

In de Japanse tuinkunst is de plaatsing van de stenen het uitgangspunt. Denk niet dat het alleen de planten zijn die leven: de stenen hebben hun eigen geest.

Dus, ik werk nu al 20 jaar op dit stuk land, en werk met stenen. Mijn relatie met stenen is gegroeid en ik heb het grootste respect voor ze. Er is iets diep bevredigends aan om de stenen je gids te laten zijn. Dit is de natuurlijke weg.

 

Namo Amida Bu                                       Hartelijk dank

Dharmavidya                                            David

 

Geplaatst door Tineke Osterloh op 4 februari 2021  en vertaald in het Nederlands door Vajrapala

 

You need to be a member of David Brazier at La Ville au Roi (Eleusis) to add comments!

Join David Brazier at La Ville au Roi (Eleusis)

Email me when people reply –