Wat is Nirvana? Nirvana is de staat van het hebben van geen weerstand tegen de Dharma.

We hebben allemaal weerstand tegen de werking van de Dharma in ons leven. De Boeddha heeft het over drie niveaus van verzet:

Het eerste niveau van weerstand is verlangen.

Het tweede niveau van weerstand is gehechtheid aan vormen.

Het derde niveau van weerstand is een vormloze weerstand, die je niet duidelijk kunt benoemen, maar die in je hart blijft bestaan en tegen de stroom van de Dharma in gaat; we zouden kunnen zeggen: tegen de stroom van de Tao.

We kunnen dit als een formele definitie beschouwen.

Vanuit het Zuiverland Boeddhistisch perspectief is dit een onontkoombare situatie in dit leven. We leven in een geconditioneerde wereld, in een materiële wereld en dus is het onvermijdelijk dat er grenzen en beperkingen zijn en dat we niet simpelweg volledig in de stroom van de Dharma drijven. Toch niet in dit leven!

Soms is iemand zo dronken van de Dharma dat hij deze toestand in zekere zin nabootst. Hij of zij wordt overspoeld door de inspiratie van de Dharma; en dit kan een heel mooie toestand zijn om in te verkeren, maar het is ook vergankelijk, in dit leven zelfs noodzakelijkerwijs. Je hebt een grootse spirituele ervaring en het is extatisch voor een tijdje. Dan slijt het, maar toch draag je een spoor van die geweldige ervaring.

De verzamelnaam voor deze weerstanden is het "ego". De boeddhistische psychologie is een studie van onze weerstand tegen de Dharma. Het is een studie naar de manier waarop zulke weerstanden werken en ons leven beïnvloeden.

Er zijn bepaalde tekenen die men kan waarnemen, die men kan opmerken, die je vertellen dat je in de greep bent van zo'n weerstand. Eén daarvan is dat men de Dharma gebruikt voor een of ander werelds doel. Misschien gebruikt men de Dharma om zijn niveau van stress te beheersen. Misschien gebruikt men de Dharma-praktijk om zijn eenzaamheid, zijn gevoel van afwijzing te beheersen. Misschien gebruikt men het als een soort van zelfontplooiing. Al deze dingen zijn in zekere zin, verdorvenheden van de Dharma. Dat gezegd zijnde, moet men niet te veroordelend zijn, want ze zijn heel gewoon, ze zijn normaal, ze zijn waar we allemaal onder lijden. We zijn allemaal in verschillende mate corrupt in dit opzicht.

Een andere indicator is het gevoel van " gekwetst zijn", het gevoel van "belediging ", dat zich kan manifesteren als schuld, veroordeling van anderen. Waar er sprake is van gekwetstheid, is er ego. Ik heb het niet over de pijn die je voelt als je je vinger afsnijdt. Ik bedoel psychologische pijn.

Dit soort dingen geven ons een steuntje in de rug als we ons tegen de Dharma verzetten; en als we ons tegen de Dharma verzetten, dan zijn we niet in het Nirvana; en we zijn niet in het Nirvana, dus in feite verzetten we ons de hele tijd, op de een of andere manier, tegen de Dharma. Maar het is waardevol om te zien dat dit gebeurt; en soms kunnen we er iets aan doen. Maar beseffen hoezeer die weerstand in onszelf verankerd is, is ook een basis voor mededogen, want het zegt ons dat dit bij iedereen hetzelfde moet zijn en zien dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten, geeft ons een basis voor medeleven en voor liefde en mededogen voor anderen.

En zelfs al zijn we in deze ontluisterende staat, toch ontvangen we de genade van de Dharma, van de Boeddha. Het is het erkennen hiervan, dat zelfs wezens zoals wij, deze grote Dharma in ons leven ontvangen, dat is de fundamentele betekenis van Namo Amida Bu.

 

Namo Amida Bu                           Dank u wel.

 

Dharmavidya                                David

 

Geplaatst door Tineke Osterloh op 27 augustus 2020

 

You need to be a member of David Brazier (Eleusis) to add comments!

Join David Brazier (Eleusis)

Email me when people reply –